Begin dit jaar werd een live enquête afgenomen onder Laego leden. Deze enquête is daarna verspreid met meer tekst en invul mogelijkheden. Het belangrijkste doel van de enquête was ruggespraak met de leden vanuit het bestuur: waar liggen de behoeften en wensen van onze achterban? Waar moeten wij ons op focussen de komende jaren?
De uitkomsten van de live versie van de enquête zijn intern gepubliceerd onder de kaderartsen. De resultaten lieten meerdere knelpunten zien in de ouderenzorg en een grote tevredenheid over het Laego bestuur.
Hieronder volgen de resultaten van de online enquête en de vertaling hiervan naar de speerpunten van Laego voor de komende jaren.
Resultaten enquête
Wie heeft er geantwoord?
71 respondenten hebben online de enquête ingevuld, waarvan 8 specialisten ouderengeneeskunde en 32 huisartsen volledig.
Stelling 1 In mijn regio trekken huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde inzake ouderenzorg samen op.
De antwoorden op deze vraag laten zien dat huisarts en SO in iets meer dan de helft van de gevallen samenwerken aan ouderenzorg. In ruim 20% van de reacties wordt aangegeven dat die samenwerking er niet is.
Stelling 2 In mijn regio zijn er duidelijke werkafspraken gemaakt met zorgverzekeraars over eerstelijns ouderenzorg.
In de werkregio van 36% van de kaderartsen blijken er nog geen duidelijke werkafspraken met zorgverzekeraars te zijn over ouderenzorg. Financiële afspraken met de zorgverzekeraar ontbreken bij 39% van de kaderartsen. Toch een verrassend groot percentages op deze onderwerpen.
Knelpunten in de ouderenzorg
Maar liefst 83% van de kaderartsen geeft aan in de dagelijkse werkzaamheden hinder te ervaren van één of meerdere knelpunten. Deze knelpunten zijn wisselend van invloed op de ouderenzorg. Hieronder in een grafiek de reacties in welke mate verschillende knelpunten als belemmerend worden ervaren. Hoe hoger de staafdiagram (in %) hoe meer het onderwerp als een knelpunt wordt ervaren door de kaderartsen.
In het gedeelte waar de knelpunten vrijelijk benoemd konden worden komt naar voren dat onvoldoende financiën en financiële compensatie wordt ervaren als belangrijk knelpunt. En dat de financiën voor ouderenzorg niet goed zijn geregeld of op elkaar aansluiten waardoor er meer problemen ontstaan. Meer dan drie kwart van de respondenten noemden onvoldoende financiën als belangrijk knelpunt. De tijdsbelasting en onvoldoende invulling van de functie van praktijkondersteuner werd als tweede grootste probleem genoemd.
Op een gedeelde derde plaats kwamen de knelpunten tekort aan specialisten ouderen geneeskunde en verplegend/ verzorgend personeel en de problemen in de crisisopvang en ANW.
Toch nog substantieel is het probleem om collega’s op de werkvloer mee te krijgen: te weinig gemotiveerde huisartsen, die ouderenzorg minder interessant of belangrijk vinden. Het ontbreken van gezamenlijke visie en ideeën over ouderenzorg en de moeite om collega’s te bewegen tot samenwerken. Dit lijkt een verontrustend signaal.
Het volgende grote onderwerp is de digitale ondersteuning van zowel de onderlinge communicatie en samenwerking, als ondersteuning bij het uitoefenen van ouderenzorg.
Verder werden als knelpunten ook genoemd (in orde van frequentie):
- de samenwerking met instellingen en inadequate zorg in deze instellingen (bv. kleinschalige woonvormen)
- samenwerking met de tweede lijn, met de GGZ en onvoldoende personeel in deze branche
- geen centraal aanmeldpunt
- problemen met overdracht ANW en druk op de post en SEH
- onvoldoende inzicht in andere initiatieven (delen best practices en oplossingen)
- versnippering van de zorg (meerdere thuiszorgorganisaties)
- wachtlijst problemen
- privacywet en regelgeving
- meer ouderenzorg in de huisartsopleiding
Best practices
73% van de kaderartsen geeft aan een best practice in de eigen regio te hebben.
Er werd ook frequent aangegeven dat er behoefte is om kennis over projecten, best practices, richtlijnen, oplossingen en tools met elkaar te delen. Daarin wordt nog eens de nadruk gelegd op uitwisselen van financieringsvormen en veranderingen in wet en regelgeving.
In de bovenstaande afbeelding is te zien op welk gebied de kaderartsen vinden dat er een best practice is in de regio waar ze werken. De groene gedeelten van de staven geven aan welk percentage van de kaderartsen hun regio best practice waardig achten. Rood staat voor geen best practice, blauw is neutraal. De samenwerking met GGZ scoort het hoogst op geen best practice en het opzetten van ouderenzorg scoort het hoogst op wel een best practice.
Knelpunten en speerpuntenLaego
Welke taak en rol hebben we als Laego voor het aanpakken van deze punten?
Uit de antwoorden is op te maken dat het goed regelen van de financiering prioriteit heeft naast het lobbyen voor inhoud en standpunt nemen naar diverse gremia toe over goede ouderenzorg. Ouderzorg zou een meer likable image moeten krijgen om de publieke opinie te veranderen en de huisartsen te motiveren.
Laego streeft naar duidelijke werkafspraken met zorgverzekeraars voor wat betreft ouderenzorg en heeft aandacht voor de adequate vergoedingen en tijd om goede ouderenzorg op te zetten. We vinden ook dat we een taak hebben in met verspreiden en delen van kennis en best practices en het werven en opleiden van gedegen kaderartsen ouderengeneeskunde. Op 28 juni jl. zijn er weer 24 kaderartsen afgestudeerd van de kaderopleiding ouderengeneeskunde. Laego stimuleert het opleiden van kwalitatief goede zorgverleners in de ouderenzorg, zoals de POH-O.
De speerpunten voor de komende jaren zijn:
- Het delen van kennis en best practices onder de kaderartsen onderling
- Het lobbyen voor meer personeel in de ouderenzorg en het bevorderen van kwaliteit van personeel. Er wordt in samenwerking met de NVvPO gekeken naar een functie profiel praktijkondersteuner ouderenzorg.
- Een continue en voortgaande lobby voor voldoende tijd en financiën om ouderenzorg in de eerste lijn adequaat vorm te geven. De samenwerking met Plan van Aanpak en VWS wordt voorgezet.
Shanti Brandon namens het Laego Bestuur